Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

vrijdag, december 26, 2003

KERST OP EEN PARKEERPLAATS, MET UITZICHT OP ZEE
Na een comfortabele busreis vanuit Bangkok belandden we in Krabi. Vanaf daar kon men een jeep nemen naar het eiland Ko Lanta. Onze chauffeur peesde flink door. Na twee veerponten te hebben genomen over smalle uitlopers van de Andamaanse Zee waren we er.
Flink probeerden we het meest noordelijk strand, Hat Khlong Dao, mooi te vinden. Niet aan Palolem in Goa te denken. Maar dat lukte niet, het was gewoon een prutstrand. Geen boom stond nog overeind omdat overal in rap tempo bungalows worden gebouwd. Vanuit een omgeploegd weiland de zee in kijken - daar hadden we geen zin in.
Richting het zuiden van de kust zou het beter zijn dus we namen een motortaxi daarheen. Inderdaad, hier werd de weg onverhard en het landschap fraaier. We stapten uit bij het stranddorp Hat Khlong Nin. Ook hier waren we niet de eersten: het is hier hoogseizoen en dat merk je aan de houding van het hotelpersoneel. Als je een bungalow huurt, kan dat alleen inclusief prijzig volpension, met kerstdiner. Na een beetje navragen waren we er wat moedeloos van geworden. In dit soort herbergen wilden we niet eens een plaats.
Erika liep nog een blokje om terwijl Wouter zijn voorlopige mening over Ko Lanta ging omzetten in slogans: Klote Manta, Ko Lada, Ko Bad Karma. Erika deed duidelijk het nuttigste van beide want zij had eindelijk een felbegeerde bamboehut gezien, een van de laatsten op dit rap verwesterende eiland. Er waren in totaal drie hutjes, waarvan twee vrij waren. Ze stonden op de gigantische parkeerplaats van restaurant Cook-Kai. Dit complex behoorde toe aan een broer of zes van een Noord-Thaise familie. Hele vriendelijke kerels die veel lachten en om te beginnen al niet meteen met bahttekens in de ogen op ons af kwamen. Dit zou ons kerstoord worden. En ach, in India hadden we al geleerd de schoonheid door de vuilbergen heen te zien. Dan is uitzicht op zee met daarvoor een ietwat onontgonnen parkeerplaats pinda's.
De hut naast ons bleek bewoond door een Zuid-Duitser. Maakte een vriendeljke doch wat einzelgangerige indruk. Het maken van het wegwerpgebaar leek een van zijn hobbies. Hij had de Noord-Thais flink geholpen door ze uit te leggen wat toeristen leuk vinden, dat ze niet van viezigheid houden en graag een wastafel bij het toilet zien enzovoort.
Het strand bleek eigenlijk toch ook wel wat wij wilden: lekker leeg en zeer idyllisch maar wel met de bar die je zo af en toe nodig hebt als het 32 graden is. 's Avonds aten we in onze eigen Cook-Kai. Geweldig. Of het nu Thaise vissen, Indiase curries of westerse vlezen zijn, deze kerels kunnen alles. Een Engels koppel vond dit blijkbaar ook en knikte goedkeurend toen ze onze schotels voorbij zagen komen. Zij, Jason en Julia, hadden pech gehad waar wij hadden gemazzeld: ze hadden zich in een bungalow laten kletsen. Die bleek dubbel geboekt dus de volgende dag moesten ze er weer uit.
Die volgende dag, 23 december, vertrokken ze naar een volgend bungalowpaleis. Wij deden die dag eigenlijk niks, zoals het strandgangers betaamt. Wel kwamen we mensen tegen die we in Kanchanaburi ook hadden zien lopen. Ze kwamen uit Londen, zij was Spaans en hij was Brit. Ondanks de cynische wending die hij soms aan het gesprek gaf, werd het met hen, en Jason en Julia, een gezellige avond. Zij probeerde Wouter in het Spaans aan het spreken te krijgen. Dat ging nog niet zo, verder dan vragen naar de exacte ligging van het postkantoor kwam hij nog niet.
Woensdag 24 december deden we overdag weer niet veel. Tot onze aangename verrassing trokken ook Jason en Julia nu bij Cook-Kai in, nadat ze de avond tevoren allemaal insecten hadden aangetroffen in het bed van hun viersterrenbungalow. Jason bleek boomdokter. Wouter vroeg hem of het mogelijk was de nu gezamenlijk genoten kerstparkeerplaats vol te zetten met rode beukebomen. Wegens het zoute en schaarse water was dat niet zo. 's Avonds was het tijd voor kerstdiner in Cook-Kai. Heel goed, alleen nu ietwat onderkoeld door de grote drukte in het restaurant. De broers nodigden ons uit rond twaalven met hen het glas te gaan heffen op kerstmis en nieuwjaar (waarom toch dat laatste? Nou ja, wat niet weet wat niet deert). Eerst bezochten we nog Otto's Bar, waar een vuurdans gaande was. Dit kwam er op neer dat een van Otto's werknemers een stok met aan beide kanten een brandend uiteinde rondzwaaide op de maat van rockballads. Dit oogde en klonk allemaal heel verantwoord, tot ook toeristen vuurzwiepend op de foto wilden. We gingen terug naar Cook-Kai.
Daar was het feest in volle gang!
De wegwerpduitser zat in geanimeerd gesprek met de meest lachende van de broers (aan wie Ed, de zuurpruim, wegens diens lachen al eens had gevraagd wat hij eigenlijk had gerookt die middag). We kregen een biertje in de handen gedrukt en gingen in de kleermakerszit mee in het gesprek. Eigenlijk waren de Duitser en wij de enige niet-personeelsleden op dit vreemde kerstfeest maar dat mocht de pret niet drukken. Wij kunnen niet anders zeggen dan dat de familie Cook-Kai heel erg goedlachs is, wat je ook zei sloeg in als een bom. Toen Wouter een lichtgevende kerstmuts opzette, ging dat er ook goed in. Het toppunt was het afsteken van een honderdduizendklapper. De inheemse Noord-Thaise muziek ging op maximaal rammen, Erika viel achterover van een afstapje (geen blutsen) en er volgde een allesverpletterend lachinfarct. Rond enen waren we hier wel moe van en kwamen ze bovendien met een waterpijp aanzetten, zodat wij gingen slapen.
De volgende morgen, eerste kerstdag, bleek dat de broer die de leiding had, onder de bar in slaap was gevallen. Anderen hadden wel hun bed gevonden. Wegens het vele stof dat snel passerende auto's doen opwaaien, ook in het aanpalende restaurant, had men een stel flinke verkeersdrempels gegraven. We hadden zo tijdens ons hartige kerstontbijt (de scrambled egg with bacon and toast is uitstekend!) een eersteklas uitzicht op enkele hele en halve ongelukken met scooters. Na het ontbijt ging Erika uitzoeken hoe we het makkelijkst vanaf hier naar Georgetown in Maleisie zouden kunnen. 's Avonds dronken we weer een biertje met Ed en Laura. De laatste had weer moeilijke vragen in het Spaans. Daarop vroegen we haar 'schroevedraaier', 'angstschreeuw' en 'zaaiuien' uit te spreken. Het werd weer gezellig, vooral toen Jason over enge dieren in Australie en Nieuw-Zeeland begon.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?