Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

donderdag, september 25, 2003

HUBBA BABU
Je kent het wel, die extreem roze, plakkerige Hubba Bubba kauwgom. Je zou kunnen zeggen dat onze lelijke vriend Babu ook onder deze soort valt. Een plakker.
Zoals hij zichzelf de vorige avond had uitgenodigd, donderdag morgen tien uur bij ons hotel. (zie vorig bericht). Tsja wat doe je als je in de veronderstelling bent dat de plakker speciaal met een presentje komt en dat je hebt gelogen dat dit onze vertrekdag zou zijn? Toen hij inderdaad om tien uur bij de receptie stond hadden wij onze slappe smoes klaar. Tsja verkeerd gekeken op ons buskaartje, de bus vertrekt morgen pas, ai.
Babu zag natuurlijk meteen zijn kans schoon, of we niet nog wat wilden zien dan. Nou nee, het bier van gisteravond was niet zo goed gevallen, zoveel koolzuur, boeren, we moesten toch echt nog even slapen. Timide en teleurgesteld (goed geacteerd overigens) slenterde hij naar de Babu Express.
Drie uur later was voor ons een betere opstaan tijd. En snel daarna zaten we behoorlijk opgevouwen in een fietsriksja. (De fietser had het dakje omhoog staan dus Wouter moest oppassen dat hij er niet met zijn hoofd doorheen beukte).
We werden keurig afgezet bij het postkantoor, want er zouden pakketjes naar de ouders moeten worden gestuurd. (foto's, te zware boeken). En goh wat 'n toeval troffen we Babu aan naast onze riksja....
Eerst onze business maar doen daarna onze "vriend" te woord staan. In het postkantoor was het een drukte van belang. Wat wil je als je veel te veel personeel hebt rondlopen die alleen de krant lezen, baliemedewerkers die dubbel werk doen. Adres dat op pakketje staat nog een keer in de computer invoeren en wederom erg brutale voordringers. Nu kwam toch Babu erg van pas, want hij zorgde er wel voor dat wij minstens een half uur eerder het postkantoor konden verlaten. In antwoord hierop toch maar weer van zijn rijvaardigheid gebruik gemaakt. Een rit naar de voet van het Tigerfort gebouwd in 1734. We werden onderaan de berg afgezet en hebben nog 2 zigzaggende kilometers te voet afgelegd. Bovenaan was het prachtig. Wat een fortuinlijk fort. Rustig, mooie uitzichten op Jaipur, brede voetpaden, veel groter dan we in eerste instantie gedacht hadden. Een hoogtepunt. Om half zes waren we weer afgedaald in Babu diepten en dronken nog een voorlopig afscheidssapje. Babu was weer een en al zoutzak vanwege de afwezige klandizie.
Morgen staat-ie er weer om ons naar de bus te brengen.
DE GOEDE, DE SLECHTE EN DE LELIJKE
Na het vroege opstaan van maandag gingen we dinsdag het Stedelijk Paleis bekijken. Dit is een groot complex dat een maharadja-familie al eeuwenlang en ten dele nog immer wordt bewoond. Te zien waren allerlei gewaden van deze kerels en hun aanhang. Meest noemenswaardig is nog wel maharadja Sawai Madho Singh I, die 2 meter lang was en 1,2 meter breed. Zijn gewicht was 250 kilo, hetgeen zijn Quetelet-index 67,5 maakt. Zou de smulpaap dit gewicht willen volhouden en een gezonde index willen bereiken van 25, dan zou hij groeihormonen moeten hebben slikken tot hij 3 meter 30 zou zijn. En de farmaceutische industrie was een eeuw geleden nog onontwikkeld. Afvallen dus, maar de getoonde kleden wezen hier niet op. Al evenmin de enorme zilveren waterkruiken die mijnheer meenam tijdens een bezoek aan Engeland. Hij vertrouwde het Engelse water niet (ziehier hoe de kneedbare communis opinio soms verandert) en nam derhalve 2 kruiken van 900 liter mee! Ook die waren te zien. De kruiken vormden lachspiegels waarin het een kwartiertje goed ginnegappen was.
Verder hebben we onszelf nogal voor schuit gezet door treinkaartjes te willen reserveren voor een trein die we toch wat te duur vonden voor een korte reis van slechts tweeenhalf uur. Keurig in de rij staand achter het loket voor 'freedom fighters and foreign tourists' achtten we ons in goed gezelschap. Tot we enig voordringen waarnamen. Dit zou niet erg zijn geweest, ware het niet dat dit voor ons in de rij plaatsvond. Wouter nam dit hoog op en wees de voordringer op het ongepaste van zijn handeling. En of de Britten dan toch tenminste hier niet het keurige 'queueing like gentlemen' hadden nagelaten? Uiteindelijk bleken we zelf onvoorberijd en werden we tijdens onze afgang naar een wachtlokaal weer van harte uitgelachen en nu wel cumulatief: EN te lang, EN een vrouwelijk kapsel, EN dom. Boewahahah.
Diezelfde dag werden we voor het eerst benaderd door een man die ons door de hotelmanager, met zijn katachtige ogen (hierna: de katogige) al als gevaarlijk omschreven was. Deze autoriksjabestuurder had ooit, in een dronken zoektocht naar toeristen op het station, zijn twee benen verloren doordat de trein met de felbegeerde toeristen erin hem aanreed. De geenbenige hield het, toen wij hem tegenkwamen, erop dat hij z'n poten eraf had gevochten in het leger.
En wie geloof je dan? De katogige, met zijn vriendelijke blik en zijn stemgeluid dat vermoedens van de herenliefde deed rijzen, kregen het voordeel van de twijfel. Hoewel van hem bekend was dat hij aan riksjarijders in het algemeen een hekel had. Woensdagavond echter, na een dagje winkelen en nuttige klusjes doen, zouden we Babu weer treffen. Wie deze soap goed volgt, kent hem nog: de goedbedoelende doch steeds zuurtjes om geld zeurende vakgenoot van de geenbenige prothezige. Hij had woensdagmorgen al voor de deur gestaan (tot ergernis van de katogige) met het verzoek of hij ons niet weer kon rondrijden. Dat ging niet, we wilden te voet en van zijn gezeur af zijn, maar een biertje konden we wel gaan pakken die avond.
Tijdens het eerste biertje verhaalden we van de geenbenige blaaskaak, en Babu bleek hem te kennen. "AH HIM! SPECIAL PRRRICE THEN CHEATING. HE BAD. If you encounter him tell him you know Babu and he will back off." Babu kende zijn pappenheimers. Hij beaamde het verhaal van de katogige. Onze, naar wij nu pas opnamen, van pens en rooddoorlopen ogen voorziene chauffeur trok een lijn met de katogige.
Onze lelijke vriend wilde ons een presentje geven, donderdagmorgen voor het hotel. Daar gaat-ie weer, dachten we. Daarom logen we dat we vandaag zouden vertrekken. Maar hij wilde ons absoluut nog zien, dus spraken we af dat hij om tien uur 's morgens weer present zou zijn. Daar zou de katogige blij mee zijn! Wat wou die bolpens toch?

maandag, september 22, 2003

DE APENHEUL
De Babu Express stond gepland voor 10.00. En jawel Babu zelf was er ook.
Zoals hij had beloofd (hij was volgens hemzelf een eerlijke jongen) was het eerste ritje naar het Amber Fort, 11 km ten noorden van Jaipur. Alvorens in de vroegere hoofdstad van het Jaipur gebied aan te zijn gekomen, scheurden we langs het Waterpaleis, door Babu ook wel Techno Palace genoemd.
Bij het Amberfort moesten er transport keuzes worden gemaakt met betrekking tot de vraag: hoe op het fort te komen. Te voet, per olifant of per jeep. Aangezien we wel eens lekker wilden sporten gingen we te voet. In een afmattende hitte van 36 graden om half elf 's ochtends bereikten we binnen een kwartier het fort. Het beloofde paleis in het fort bleek dicht te zijn. What a bummer! De gouverneur van Rajasthan bleek die morgen aan een hartaanval te zijn overleden. Als rouwteken moest ook het Amberpaleis eraan geloven.
Wel kon je nog een heilige plek bezichtigen, maar nu al de schoenen uit hadden we geen zin in. Naast het Amber fort bleek nog een fort te zijn. Geprobeerd er naartoe te lopen, maar dit bleek een zweterige klus en daarbij kwam dat er verder geen enkele toerist of Indier te bekennen was. Terug bij Babu bleek dit fort Jaigarh genaamd. Te bezichtigen door het publiek sinds 1983.
Babu reed ons daarna naar een soort lappenfabriek, alwaar Wouter zich een knalblauwe broek aan liet meten. Binnen 2 uur klaar. Babu dacht dat wij wel trek hadden en dus zette hij ons af bij het Rainbow restaurant.
Bij het verlaten van het restaurant kregen wij de indruk dat onze gids/bestuurder geen bezienswaardigheden meer wist. Of toch wel...Ja een prachtige tuin leek hem wel leuk om aan ons te tonen. Hierbij was een Hindu tempel (in de volle zon). Deze diende baarvoets bezichtigd te worden. Wouter had zijn grote teen reeds verbrand en zag hiervan (de tempel, niet de teen) af. Erika toonde doorzettingsvermogen door wel de bloedhete stenen trap op te lopen. Vervolgens rende ze als een torpedo hier weer vanaf.
Even afkoelen in het park. Een local nepfotograaf wilde ons op de foto zetten en deed dit ook. Uit het park komende troffen we Babu slapend onder een boom aan. Hij reed ons weer naar de lappenfabriek, waar Wouter zijn maatbroek afhaalde. Tijd voor een nieuwe tempel. Met de nog niet afgekoelde voeten traden we binnen.
Buiten werden we opgewacht door nieuwsgierige studenten die graag een praatje wilden aanknopen met die lange blanke krullenkop. (Hedenmorgen wist Babu te vertellen dat W. niet alleen om zijn lengte werd uitgelachen, maar ook om zijn vrouwelijke haardracht).
Tijd voor een beetje rusten, vond Babu. Hij zette ons om vier uur bij het hotel af om ons om half zes weer op te pikken voor een prachtige zonsondergang.
Op de afgesproken tijd reden we naar Galta waar zich de Sun Temple, ook wel Monkey Temple genoemd, bevindt. We werden welkom geheten door een horde apen. Op de weg omhoog naar de Sun Temple, waar het uiteindelijk om draaide, vele apen en koeien ontweken. Helaas was de beloofde zonsondergang niet zo spectaculair. Zon verdween pardoes in smogwolken. Maar het uitzicht maakte veel goed.
Nadat wij ook in het begeerde schrift van Babu hadden geschreven, namen we afscheid van hem.
Op het dakterras van het hotel troffen we de vriendelijke Ier weer.

IK BEN EEN EERLIJKE JONGEN
Met nog immer spinrag in het bioritme werd de zondag rond half twee 's middags begonnen. Tja, geen kerkklokken he. Wel waren alle winkels dicht. Daarom besloten we een museum te bezoeken, het Jaipur Central Museum. Daar arriveerden we, via de nogal lange Ashoka Road, rond half vier. Het museum bleek om half vijf te sluiten en daarom werd besloten de voorrang te gunnen aan de architectuur van het gebouw in kwestie, de Albert Hall. Ware India een Nederlandse kolonie geweest, dan had hier een supermarkt gezeten. Gelukkig dat dit niet is gebeurd want het is een prachtig gebouw. Bedelende buurtkinderen hadden evenwel wederom meer aandacht voor ons dan voor de optrek, zodat deze ook danig aan ons oog werd onttrokken. We houden het nog immer voor goed om wel kreupelen en blinden soms te doneren maar niet bij kinderen, omdat dit het bedelen zou stimuleren. In dit geval besloten we om dan maar wat om het gebouw heen te gaan lopen. Daar weer vele, gelukkig rechter, handen geschud. Vriendelijke mensen.
De terugtocht naar huis werd enkele kwartieren later aanvaard. Pardoes stopte een autoriksja midden op MI Road en de bestuurd stapte uit. Het bleek te gaan om de heer Babu, manager van de Babu Express. Hij had ons 's anderendaags gedeprimeerd uit eerder beschreven biljartschuur zien komen en ons toen aangeschoten maar we waren toen te aangeslagen om op welk aanbod dan ook maar in te gaan. Babu bleek een vriendelijke kerel en bood een boek ter lezing aan waarin verslagen stonden van toeristen die hij een dagje Jaipur had laten zien. De commentaren waren zonder uitzondering lovend. "Kijk, ik ben een eerlijke jongen. No hassle, just easy." Nadat hij ons en zichzelven op onze kosten een drankje had aangeboden, waren we natuurlijk om. Je kunt niet altijd de wantrouwende westerling blijven. We spraken af dat hij ons een dag zou rondrijden. Dat verhoogt de actieradius en ventileert prettig.
Met nieuw elan kwamen we even later in ons hotel aan en genoten daar de avondhap. We raakten in gesprek met een vriendelijke Noord-Ier over zijn wereldreis, zijn vriendin en haar komende bezoek aan hem in Australie.
Daarna bestelde W. nog vergeefs een biertje bij de oberende familie op het dakterras. Daarop verlieten we een beetje bozig dit terras want we zouden vroeg op moeten. Juist toen we de slaap wilden gaan vatten, kwam onze ober nog met een fles water aanzetten maar dat hadden we nu toch werkelijk niet besteld.

zaterdag, september 20, 2003

SPIELEREI
Vrijdag werd, nadat de uitgang van het bed gevonden was, een rustige dag. We liepen wat rond in de roze stad, zoals Jaipur bekend staat. Inderdaad, veel roze. Ook veel verkopers van huishoudelijke apparatuur. Lets ol bie prout, Philips stond er ook tussen. Verder was er eigenlijk niet zoveel te zien. Een partij poolen in een als gezellig omschreven cafe/restaurant bleek niet meer dan het opkrijten van bestofte biljartballen in een kelder die zelfs met enorme fantasie en veel optimisme niet gezellig mocht worden genoemd. Een schuur. Erika won twee keer.
's Avonds hebben we in een hotellounge nog een drankje genoten. Wouter werd dusdanig uitgelachen wegens zijn lengte, en Erika zodanig aangestaard wegens het feit dat ze als vrouw in een kroeg zat en dan ook blond was (waar haal je het vandaan; brutalen en blonden hebben de halve wereld) dat we het bij een korte sessie hebben gehouden. Duidelijk minder vrije sfeer dan in Delhi.
Leuk is wel dat we overal worden toegezwaaid en dan onze eerder genoemde toespraken maar weer beginnen. Hartverwarmend. Ontroerend. Overweldigend.
Vandaag ging dit toezwaaien door. We bezochten na het ontbijt de in verregaande staat van ontbinding verkerende Hawa Mahal ofwel het Paleis der Winden. Het uit 1799 stammende gebouw was duidelijk aan een verfje toe maar bood een fraai uitzicht op Jaipur en wijde omgeving. Veel apen vonden dit ook en hielden ons gezelschap. Een of andere droplul wilde toen weer met een smoesje ons een winkeltje binnenlokken maar dat ging mooi niet door. Een zoektocht naar een restaurant, vervolgens, bleek aanvankelijk heilloos. Alles dicht, in verbouwing, opgeheven of gewoon geen zin in koken die avond. Geheel bij toeval kwamen echter uit bij restaurant Natraj, waar we echt fe-no-me-naal hebben gegeten. Nou ja...vooral Wouter, want met Erika's gestel wil het nog niet zo vlotten, maar dit maal ging er toch goed in. Als dessert kregen we heerlijke Indiase zoete koek.
Naast ons zat een groep hints te spelen. Ook hier! Frank Masmeijer where art thou?
Een fietsriksjarijder bood ons een airco(?!)rit aan, maar we wilden ons toch liever overdekt laten vervoeren naar het hotel. Prima dag.

vrijdag, september 19, 2003

RAILAWAY
Donderdag om 13.00 verlieten we het Anoop hotel om naar het station Delhi Sarai Rohilla te gaan. 70 riksjaroepees later (veel te veel, maar we hadden niet zoveel tijd om te onderhandelen) bereikten we het station. We bleken meteen op het goede perron te staan dus het was alleen nog maar een kwestie van wachten totdat de Chetak Express arriveerde. Onze coupe bleek in eerste instantie erg ruim, maar toen de trein vertrok zaten we opgepropt met nog 8 andere reizigers. Wouter ergerde zich nogal aan twee Indiers die super smakkend hun curry nuttigden. Dit zou een fijne reis worden! Aan het spoor bleken zich alle opeengepakte sloppenwijken te bevinden, erg triest allemaal. Nadat we de sloppenwijken achter ons hadden gelaten keek Wouter recht in het geraamte van een aangevreten koe. (niks heiligs meer aan). Toen we meer richting de provincie Rajasthan kwamen, raakte de trein steeds leger en waren wij verlost van het smakken, elkaar aanraken, aanstaren en voetzweten. Een goed opgeleide militair zat nog tegenover ons en begon een zeer vriendelijk praatje. Zijn naam zijn we gemakshalve vergeten.
Na een reis van 7 uur kwamen we met een half uur versnelling, een gebroken rug en een houten kont aan op het station van Jaipur. Ook hier werd er onder de riksjabestuurders flink gevochten wie deze filmsterren mocht gaan vervoeren. Toen er 15 belangstellenden om ons heen stonden begonnen we een toespraak in duet:
"We observe today...c'est ca!". Zonder handtekeningen uit te delen liepen we verder. We belandden half bezweet eerst in totaal de verkeerde buurt. Maar dankzij Wouter's padvindersachtergrond kwamen we van de hel in de hemel terecht. Daar was hotel Pearl Palace, wat echt zijn naam eer aan doet. Supergrote kamer met een super badkamer, bed, kussens, bank. Op het dakterras nog genoten van een verse ananassap en toen het kolossale bed opgezocht.
FIETSEN IS VOOR MIETJES
Woensdag. Dit zou de laatste dag in Delhi worden. We waren rond half twee het wakker worden te boven en besloten ter afwisseling eens de fietsriksja te nemen. De tocht zou voeren naar het Rode Fort (of Lal Qila, volgens lokaal gebruik). We hadden beter kunnen en moeten weten. Het was toch werkelijk geen Tour de France of de force om naar de Lal te fietsen maar toegegeven, het was warm en zweterig en de ambachtsman met wie wij een vervoersovereenkomst hadden gesloten, trapte z'n spieren zuur. U kent dat wel, die karakteristieke houding: aars omhoog van het zadel (het zadel zag er overigens niet appetijtelijk uit, daar kon het natuurlijk ook van komen), hijgen, zweten, kortweg een constante demarrage. Die duurde zo'n twintig minuten, tijdens welke ons medelijden en zelfverwijt een toppunt bereikten. Gij vuil imperialistentuig, dat de inlanders zo laat zweten voor een hongerloontje terwijl ge zelf van alle gemakken voorzien zijt! Uitzuigers! Dat dachten we. We waren dus maar al te blij dat de lijder ons afzette bij iets roods, dat een gebouw bleek. Maar het Rode Fort? Nee, bij nader inzien in de verste verte niet. Onze chauffeur was intussen al aan de volgende etappe begonnen, met medeneming van het overeengekomen bedrag gelds en een fooi...
Kut.
We bleken bij een anonieme Sikh-tempel te zijn afgezet. Waarlijk terecht, want dergelijke beginnelingen mogen slechts hopen op hulp van hogerhand. Toch zijn we niet naar binnen gegaan. We keken op de kaart. Het bleek dat ons hotel een perfect middelpunt vormde op een denkbeeldige lijn tussen onze standplaats en Lal Qila. Voor het dubbele bedrag lieten we ons dan ook een volgende twintig minuten later afzetten bij de felbegeerde verdedigingslinie. De Lahore gate zag er veelbelovend uit. Minder leuk was de file van bezoeklustigen voor de kassa. Een soort vrouw beduidde ons voor te dringen, hetgeen wij deden aangezien ze gezelschap kreeg van een man. Tot aller verrassing goedkope kaartjes maakten niet de indruk ons toegang te gaan verschaffen. Nog niet bijgekomen van onze blunder eerder op de middag, lagen gedetailleerde wraakplannen klaar als die vrouw en haar handlanger ons erin zouden hebben geluist. Waanzin natuurlijk, die vind je nooit terug maar het bleek niet nodig want de kaartjes bleken in orde. Erika mocht in de vrouwenrij om te worden gefouilleerd, en was hier binnen een minuut klaar mee. Bij Wouter duurde het wachten en fouilleren iets langer (mannen hebben, zoals bekend, meer belangstelling voor de wereld om hen heen, en je kunt niemand vertrouwen dezer dagen).
Het fort was werkelijk mooi. Met name de Diwan-i-as, waar recht werd gesproken, was indrukwekkend. Het fort is gebouwd tussen 1638 en 1648. Shah Jahan had de bedoeling hier zijn intrek te nemen vanuit Agra, maar toen het fort eenmaal af was kon dit niet omdat-ie werd gegijzeld door z'n zoon, Aurangzeb. Die laatste was helemaal geen prettig tiep, want waar in de Diwan-i-as oorspronkelijk nog recht werd gesproken en onmiddellijk uitgevoerd (meestal onthoofding, steniging of verbranding), schafte Aurangzeb de hele rechtspraak af. Hij had er geen zin meer in.
Een lang gesprek met een Indier over de vraag of wij een gids nodig hadden of niet, viel in zijn nadeel uit.
Die avond voor de laatste keer een maaltijd genoten in het Anoop Hotel. Daar kwamen we nog een vriendelijke Belg tegen, Olivier geheten (indien gij dit leest - gegroet!). We namen afscheid van superober Sultan en verlieten het dakterras. Erika had namelijk nog een broek nodig. Een zojuist aangeschafte trainingsbroek overleefde een zitje op een rieten stoel niet en de andere broek hing van zweet en anti-insectmiddel aan elkaar. Aldus naar klein winkeltje aan de Main Bazaar gelopen. We dachten: die broeken zijn natuurlijk veel te klein, dat wordt een hoop gedoe en onder nul wassen om de juiste maat te krijgen. Indiers zijn namelijk zo klein dat ze Wouter veelvuldig uitlachten om zijn lengte. Ook eerder genoemde Sultan kwam bij Erika nauwelijk tot heuphoogte...
Integendeel.
De aangeboden broeken waren halve harems. Taille op zijn minst anderhalve meter. Wat bleek - broek op zeeeer specifieke manier dichtgefrommeld worden en ziet er dan best aardig uit. Erika slaagde er niet in dit kunstje onder de knie te krijgen dus zagen we van de aankoop af. Gelukkig vonden we enkele meters verder een zojuist inpakkende marktkoopman met een broek die paste als een rietje, dus was het leed geleden. De broek is rood, van een pyjamamodel dat met het warme weer veel zweet bespaart. Hij kostte slechts vijftig roepies, 1 europiek.

dinsdag, september 16, 2003

NIEUW SNELHEIDSRECORD
Heden morgen wakker geworden in de nieuwe kamer, die de avond tevoren vrij was gekomen en waarin wij zonder problemen onze intrek konden nemen. Een genot, zeker met de de avond tevoren op meegebrachte discman gehoorde hardrockplaatjes van Nuclear Assault en Tanzwut in het geheugen. Niettemin verlieten we alras het ledikant en spoedden ons naar het vertrouwde dakterras voor ontbijt. Dat mocht niet lang duren, want vandaag zouden we, nadat we gisteren al onze was hadden laten wassen, drogen en strijken, weer een megaproject ondernemen: een treinkaartje kopen.
Gelukkig is de wijk waar wij verblijven, Pahar Ganj, dichtbij het centraal station. Nadat we de idioten die denken een winstje over te houden aan het weghouden van toeristen bij het Foreign Tourist Ticket Office hadden getrotseerd, kon het invullen van de voor het verkrijgen van het treinkaartje benodigde paperassen beginnen. Dit bleek eenvoudig en ook was er een trein naar Jaipur beschikbaar op een heel prettig uur: donderdag om 14.10 zullen we vertrekken. Binnen een half uur was alles geregeld en dat was met alle ellende om bij de Indiase ambassade in Den Haag een visum te krijgen een record van snelheid.
Minder snel dan dit is onze trein wel: 259 kilometers zullen in 7 uur worden afgelegd. Ach, een westerling die daarop let.
Hierna was er nog tijd om iets te bekijken en daarom gingen we naar het Indira Gandhi Memorial Museum, waar men een beeld kan krijgen van Gandhi's leven en werk, alsmede dat van haar zoon Rajiv Gandhi. Ook zijn snuisterijen te bekijken ten tijde van de moord op moeder en zoon Gandhi, respectievelijk in 1984 en 1991.
Helaas ging het museum voor ons ritme iets te vroeg dicht. Daarop liepen we nog wat door New Delhi, dat door de Britten werkelijk prachtig is aangelegd. Wouter stelde voor te gaan dineren in een hotel, waar zich een nogal poenig doch niet al te duur restaurant bevond. Terecht vond Erika dit geen goed idee en zo kwamen we, na een flinke voettocht, terecht bij een soort bazaar die door onze reisgids abusievelijk als echt restaurant was beschreven. Had de firma Lonely Planet ons vanmiddag op het station nog zulke goede diensten bewezen, nu mochten ze wat mij betreft naar de pomp lopen, op voorwaarde dat die net zover weg zou zijn als het zogenaamde restaurant waar we nu voor stonden.
Aldus eindigdne we wederom bij het Gold Regency Hotel, waar een wederom prima curry werd genoten. Ook heeft Wouter de whisky eens geprobeerd maar het adagium dat deze het beste in de huiselijke sfeer kan worden gebruikt, geldt hier ook.

WINDOW (S)HOPPING
Pampers aan de wilgen, broek weer aan!
Na al onze peristaltische ongemakken werd het wel eens tijd een was te gaan draaien. Zo gezegd zo gedaan een hele tas vol was gisterochtend gedumpt en
's avonds schoon doch nog steeds een beetje klam weer opgehaald.
Toen al dit huishoudelijk geemmer volbracht was zijn we naar de Humayun's Tomb gecrosst. Dit is een kolossaal Mughal stijl gebouw, erg indrukwekkend. Kenmerken: 32 meter hoogte met dakterras en een grote, zeer groene tuin daaromheen. Deze was ook weer verdeeld in 32 blokken. Bovenop het dakterras werden we sneaky binnengewenkt door een gids gehuld in tuinierskleding. Nadat hij alle ins en outs van de achthoekige tombe had laten zien hield deze (geld)wolf natuurlijk zijn hand op toen wij wat roepees aan hem gegeven hadden bleek dit volgens hem niet genoeg maar onze beurs ging op de knip!
We wilden naar Connaught Place (centraal plein om de toerist te plezieren).
Dit ging niet zonder inspanning. Voor de Humayun's Tomb stond een riksja bestuurder samen met een ontsnapte engel/hiphopper/grapjas. Voor 40 roepees en 2 winkelbezoeken konden we er wel komen. Ach ja op 1 voorwaarde: dat Erika even snel van het toilet aldaar gebruik kon maken. De eerste stop was bij een soort V&D zonder klanten, alleen gedwongen toeristen die even rond moesten lopen. Erika stormde meteen door naar een koninklijk toilet en Wouter kreeg ondertussen allerlei mooie T-shirts aangesmeerd. Ook Erika werd meegesleurd naar de Sari afdeling om allerlei stofjes te voelen die ze niet wilde. Voordat het een Sari verkleedpartij ging worden glipten we weer naar buiten waar de engel/hiphopper/grapjas ons opwachtte. Op naar de volgende shop. Deze was gelukkig stukken kleiner en bij binnenkomst knoopte de verkoper meteen een praatje met Wouter aan. Wouter probeerde hopeloos aan de man duidelijk te maken dat Holland maar een deel van Nederland is en de verkoper bleef alleen maar vriendelijk glimlachen en grijnzen. Op de bovenverdieping kreeg Erika een sjaal omgeknoopt zodat ze leek op een Indiase oma zonder rollator. Ook kon ze wel een wandkleed kopen of datzelfde kleed op een tafeltje thuis leggen. Op de vraag of het ook als vloerkleed gebruikt kon worden kreeg ze alleen een verbaasde blik toegeworpen, nou nee..daar hadden ze nog niet over nagedacht. Na het verplichte winkeluurtje belandden we op de uiteindelijke bestemming: Pizza Hut op Connaught Place. Toen de tere magen weer gevuld waren met vettigheid besloten we te gaan wandelen om het er weer af te krijgen. Voor Erika geen probleem. Al na luttele meters kreeg ze zin in een goed toilet. Waar anders word je vriendelijk verwelkomd dan bij een bijbelgenootschap. Ondertussen praatte Wouter met een broeder over de moeilijke verspreiding van het Woord in India en Nederland. In het eerste land bleken bijbels nogal duur. Daarop werd aangeraden contact op te nemen met bijbeldrukkerij Jongbloed te Heerenveen, contactpersoon Ype Hamstra uit diezelfde plaats. Daarop verdergelopen richting Presidentieel Paleis, een eindeloze zoektocht. Toen terug naar het vertrouwde Gold Regency hotel voor een curry.

zondag, september 14, 2003

SPEAK ENGLISH OR DIE
Wel alle. Dachten we tot eergister de dans te ontspringen, nu weten we wel beter: ook wij kunnen de Indiase putluchten niet aan. Buikgriep en meerdere malen per dag ter potte vliegend zijn we gekluisterd aan het dakterras. Met een boekje.
In een laatste oprisping van Westers ondernemerschap heeft Wouter nog wel het Nehru Memorial Museum gezien, gewijd aan de eerste eerste minister van dit land, de heer Jawaharlal Nehru. Een moeilijke naam, maar Prins Bernhard zal toch wel langer over het onthouden van de zijne hebben gedaan. Weliswaar interessante muurkrant van enkele tientallen meters, waarbij het toch weer de hele tijd over Gandhi ging. De laatste had zeker gevoel voor show, althans meer dan Jawaharlal N. te D.
Tevoren werd nog het lokale planetarium bezocht, alwaar een hoogst interessante verhandeling over Mars. Er was sprake van een groot enthousiasme in de zaal. Niemand van de aanwezigen viel in slaap. Wel moet daarbij worden gezegd dat enkele middelbaren hun kleuters hadden meegenomen en die lieten horen dat ze erbij waren.
Het museum verlatend werd W. aangesproken door enkele studenten Engels. Waar hij vandaan kwam? Hoe oud hij was? Hoe oud hij hen schatte? Waarom? En hoe was hun Engels? Moesten ze niet nog veel sneller spreken? Nou? Huh?
Eerste tip: spreek wat minder direct, ten tweede: gebruik lidwoorden (doen autochtonen in Nederland ook vaak fout maar het leek verstandiger dat niet te zeggen), ten derde: spreek niet snel edoch duidelijk.
Dit alles in beste Nederlands uitgelegd.


vrijdag, september 12, 2003

EEN GEZELLIGE DAG OECUMENE
Bedankt voor alle reacties! Donderdag 11/9 leek ons een goede dag om de eenheid der geloven, in casu het Bahai Tempel complex, in de vorm van een lotusbloem, te bezichtigen. Het mannelijke deel van het gezelschap onderhandelde niet zo handig en enkele tientallen roepi's te duur werden we bij de betonnen bloem afgezet. Het was inmiddels begonnen met regenen, hetgeen ook in de autoriksja niet onopgemerkt was gebleven. Zo waren de overtollig uitgegeven roepi's alsnog aardig besteed. Zo goed zelfs dat de chauffeur het de moeite waard vond om op ons te wachten. Barrevoets door de regen soppend bereikten we het gewijde centrum, alwaar stilte verplicht was. Een Australische oude (mannelijke) bes leek deze boodschap als een donderslag te bereiken want net in het meditatieoord enkele stappen gezet pleurde hij met veel geraas en iets dat op vloeken leek op z'n bek. Ook Erika heeft desondanks het zwijgen kunnen bewaren.
Na de niet zo lange bezichtiging van dit alles, met aan alle 8 wanden een uitspraak van ene Bully'ahar, die een toornig en streng profeet lijkt te zijn geweest, herhaalde met uitzondering van het vallen van bejaarden, het barrevoetse sopproces zich in omgekeerde richting. Na middels het opschrijven van uiteenlopende bedragen op handen met een ballpoint werd een wederom te hoog bedrag aanvaard voor de terugreis naar de binnenstad.
Aldaar lieten we ons afzetten bij het Gandhi Smriti, een museum gevestigd in de laatste (overigens fraaie) woning waar Mahatma Gandhi zijn dagen sleet tot hij in de tuin door een fanaat werd vermoord. Een mooi en ingetogen plek waar het verhaal rond Gandhi, van knaap via advocaat te Zuid-Afrika tot Groot Denker en wereldverbeteraar, uitgebreid werd verteld. Indrukwekkend.
Een en ander had de eetlust opgewekt en we vertrokken naar een Indiaas/tex-mex restaurant. Daar werden enkele bieren en Mexicaanse schotels weggezet. Hikkend (maar zeker niet van de genoten drank!) verlieten we de plek en bereikten het Gold Regency Hotel, waar in een mooie lounge-achtige hotelsfeer bier wordt geserveerd. Van die diensten hebben we goed gebruik gemaakt. Tijdens toiletbezoek W. werd E. nogal vleiend aangesproken door een lokale drinkebroer, die een vuurtje wilde (light my fire), en zich bij terugkomst van de eerste uitputte in excuses en hoffelijkheden. Een vriendelijk man, no hard feelings.
Hedenmorgen bij het ontbijt troffen we de eerste Nederlander, dewelke een aardige gozer bleek die deze middag naar Agra is vertrokken. Verder werd de dag lezend en helaas ten dele zonder ventilatie doorgebracht. Voor wie nog een mooi boek zoekt: De Movo Tapes van A.F.Th. van der Heijden is een aanrader.

woensdag, september 10, 2003

BAKOVEN
Wat was het vroeg opstaan op 8 september, om 07.40 vertrok het vliegtuig. Dat betekende opstaan om 3 uur in het Appelschase en ook in Drachten. Na een bitterzoet afscheidskopje koffie gingen we door de douane, het vliegtuig in en richting Londen. Overstappen ging mooi vlot en om kwart over tien lokale tijd landden we in Delhi. Dit bleek inderdaad de bakoven waarover men ons had verteld. Onze man van het Anoop Hotel stond samen met zo'n duizend andere feestgangers met een bordje te wachten en leidde ons over de parkeerplaats naar het parkeerterrein. "Waar zijn de bands?" dacht Erika, aangezien de parkeerplaats veel weg had van een festivalterrein. Veel mensen die op het dak van hun auto zwaar aan de cola zaten te lurken. Na een gierende rit door New Delhi, waarbij alleen koeien werden ontzien, stonden we voor het Anoop Hotel. Daar werd de aankomst gevierd met het drinken van enkele lassi's. De kamer waar wij verblijven is wat zweterig maar blijkbaar goed voor de slaap want we zijn nog niet voor half twee wakker geworden.
Na al deze logistiek werd het tijd om de stad een beetje te verkennen. Daartoe zijn we dinsdag de Main Bazaar in de wijk Paharganj (voor de deur van ons hotel) ingelopen. Meteen kwamen vele verkooplustige lieden op ons af en ontdekten bij ons allerlei wensen en verlangens waar we zelf nog nooi aan hadden gedacht ("Waar zijn de bands?", die sfeer). We kochten daarom maar niks. Een blokje om naar Connaught Place leek het maximaal, met alle verkopers en goedbedoelende gidsen die in de drukkende hitte hun diensten aanboden. 's Avonds, na een prima curry in het hotel, durfden we het echter weer aan om een afzakkertje te halen in het Gold Regency Hotel.
Vanochtend of beter gezegd vanmiddag eerst een lekker ontbijt naar binnen gewerkt (Wouter had koude koffie, ha, ha i.p.v. de warme koffie die hij wenste).
Toen begon onze zoektocht naar een goede, betrouwbare riksja bestuurder. In tegenstelling tot Nederland werkt de taximarkt hier prima! We lieten ons vervoeren naar de Lodi Gardens, een park waar vele verliefde Indiase stelletjes bezig waren met loungen, vozen en andere sporten. Ook niet te vergeten de immense graftombes waar het park uiteindelijk om draait. Na een rustige wandeling door dit zeer groene park, waar joggen neerkomt op snelwandelen, zochten we weer een riksja om ons naar de India Gate te brengen. Dit is een enorme kopie van de Arc de Triomphe. Ook hier werd ons weer van alles aangeboden: elastieken vliegtuigjes, ballonnen, personen weegschalen, erg lollig allemaal, zeker omdat de verkopers zelf ook wel doorhadden dat ze rommel aanboden. Opmerkelijk tafereel was toen er een schoolklas met kinderen in uniform aan kwam lopen. Alle verkopers renden om het leven om als eerste hun prullaria aan het kind te brengen.
Net op het moment dat we dachten dat het toch wel een behoorlijke afstand was van de India Gate naar ons hotel stond daar alweer een vriendelijke riksja rijder ons op te wachten. Hij wilde ons wel voor 30 roepees vervoeren, maar moesten we wel iets voor hem terug doen, namelijk een bezoek brengen aan de winkel van een goede vriend, ja, ja, hier trapten wij niet in, graag of niet anders gaan we lopen.
Natuurlijk konden we ook gewoon instappen zonder dat bezoekje (hij had het in ieder geval geprobeerd).
Onderweg bleek de bestuurder ook nog eens een goeie komiek.
Toen we door de main bazaar weer terug liepen naar ons hotel, werden we langer dan we wilden opgehouden door opdringerige VVV types. Marketing über alles.
Voorlopige conclusie: een prima chaos, de mensen zijn collectief gek en we blijven hier waarschijnlijk nog wel een tijdje.

woensdag, september 03, 2003

WERK- EN DAKLOOS
We dachten, u zult het wel wat zat worden dat geneuzel van mensen die maatschappelijk gezien nu zonder werk of dak in de goot op hun vliegtuig liggen te wachten. Geloof me, de reisverhalen komen; in de tussentijd wil ik alle reagerenden hartelijk danken - hartverwarmend, zeker als je werkloos bent, en naar buiten kijkt. En wat is er buiten? Niks.
Zouden Jaap en Jan Peter daar heden morgen nu ook last van hebben gehad?
wouter

maandag, september 01, 2003

ALS DE LENTE KOMT STUUR IK JOU ZEEASTERS UIT WILNIS
Zolang ik nog niet op reis ben, blijf ik mij druk maken over binnenlandse kwesties. Wil Rijkswaterstaat, zolang onze vaderlandse dijken niet eens zijn opgewassen tegen DROOGTE, ophouden de duinen te vernielen omdat enkele medewerkers van dit instituut in een boekje hebben gelezen dat de zeeaster zo'n mooi plantje is? Waterhuishouding is heel wat anders dan tuinieren, het moet hier geen Bangladesh worden en er zijn genoeg zeeasters ter wereld, die voor de modale Rijkswaterstaat-medewerker in de zomervakantie goed te bereizen zijn. Die vakantie kan nu mooi geboekt worden: na u de zondvloed!
wouter

This page is powered by Blogger. Isn't yours?