Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

zondag, januari 25, 2004

HOOFDVERPLATTING
Vrijdag 23 januari gingen we eerst bustickets halen voor de reis naar Singapore. Dat was niks te vroeg; pas bij het vijfde loket kregen we een instemmende glimlach in plaats van een neeschuddende grijns. Veel bussen zitten vol dezer dagen, omdat veel Singaporezen in Maleisie hun oud en nieuw vieren. Daarna wilden we naar het Museum of Enduring Beauty maar dit bleek wegens de sabbat des islamiets gesloten. Er zou wel geen enkel museum open zijn, dachten we, en zo dropen we af, of liever op, de heuvel waar St Paul's Church ligt. Tijdens de Nederlandse bezetting van Malakka (1641-1824) werd de heuvel gebruikt als begraafplaats. Er zijn nog steeds veel Nederlandse graven te zien. Alleen voor het oog van de Nederlandstalige ontvouwden zich daar ware familiedrama's: hele families die aan malaria ten onder gingen, jonge kinderen die om waren gekomen, enzovoort. De teksten op de grafstenen waren poetisch dus Wouter ging er maar eens goed voor staan. Hiermee druk doende werd hij gestoord door een ansichtenverkoper: "PIKTJRS, PIKTJRS?". Dit ergerde Wouter een beetje - de door schuttingtaal verpeste westerling antwoordde "No fucking postcards, man!".
Dat had hij niet moeten doen.
Gaat het in het westen om ratio, in Azie gaat het om eer. Al eerder was ons dit opgevallen. De papierengroeten-verkoper werd erg boos en zei dat wij hem moesten respecteren. Erika stemde hiermee mondeling in, met daarbij de clausule dat hij dan ook ons moest respecteren. Het is wel erg bijzonder om zo ver van huis zulke vertrouwd aandoende zerken te zien en wij wilden dus niet vanwege de in zijn eer aangetaste middenstander de heuvel moeten verlaten. Daarom probeerden we maar iets vriendelijks te zeggen. Dat maakte weinig indruk. Een paar zerken later, qua lezen, kwam de ondernemer weer langs lopen en begon te dreigen: iets van als je stoer wilt doen sta ik op je te wachten, manneke! Wouter mompelde iets onverstaanbaars en liep verder. De neringdoende deed hem sterk denken aan zijn penoze bovenbuurman in Amsterdam, en ook aan George Bush. Ach, het midden- en kleinbedrijf heeft het zwaar.
Eenmaal weg bij de bolleboos bekeken we nog de Portugese toegangspoort naar Malakka (voor de Nederlanders hielden de Portugezen hier huis) maar deze was geen knip voor de neus waard. Zo kwamen we uit bij de supermarkt, waar we foto's wegbrachten en later weer ophaalden. We hadden maar weer afgesproken met Manuela, ditmaal bij haar hotel. Een lekkere en vette maaltijd volgde.
Zaterdag was Tony weer terug. Welnu, wie is Tony? Tony is de eigenaar van ons hotel Tony's Place en het cafe ernaast. Toen wij hier ontbeten, nodigde Tony (hij was oud en nieuw wezen vieren in Kuala Lumpur) ons uit voor het eten in de kroeg. Alle gasten werden uitgenodigd. Een mooi vooruitzicht! Eerst gingen we naar het Museum of Enduring Beauty, dat nu echt open moest zijn. De begane grond hiervan is goed geventileerd en bevat allerlei Malakka-parafernalia. Dan komt het: je gaat de trap op naar de eerste verdieping. Hier kijkt men zonder ventilatie naar alle typen verminkingen die mensen zichzelf en elkaar aandoen om er mooi uit te zien. Het zweet brak ons uit alle porien.
We begonnen met het voetvouwen in China. Toen volgden het neuspiercen, het tandslijpen, het oorboren, de lipvergroting, het hoofdverplatten, het korset en tenslotte het tatoueren. Als u graag een platter hoofd wilt, weten wij nu hoe! Na het museum wierpen wij nog een blik op een traditioneel Malakker huis van hout. Daarna troffen we Emanuela weer in een internetcafe. Zij zou later naar Tony komen.
Wat is die Tony een aardige kerel! Een geweldig koud buffet wachtte ons bij binnenkomst. Dranken werden rondgedeeld en men stelde zich voor. Een Brits echtpaar uit Manchester, twee Australiers uit de buurt van Melbourne, twee Italianen en uiteraard Tony zelf plus zijn dochter. Er kwam ook nog een Francaise binnen, een aardige zowaar. Emanuela was er ook weer en beheerste zoals gewoonlijk het gesprek.
Zondag 25 januari ontbeten we natuurlijk bij Tony. De twee Australiers waren er ook weer en bleken Bek (ja!) en Trevor te heten. Samen met de Francaise, Christine, gingen we lopen naar bukit China, een heuvel van 47 meter hoogte die de behuizing vormt van een Chinese begraafplaats. Echt een schitterende wandeling met een sinistere sfeer. Weer veel grafzerken en veel vogels. Toen Wouter zei dat dit hem aan Praag deed denken, antwoordde Bek (inderdaad!) dat dit inderdaad iets Europees had.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?