Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

woensdag, februari 18, 2004

DOEHETZELVEN, BLIKSEM!
Na vrijdag 13 februari niksend op de reaparatie van onze auto te hebben gewacht, reden we zaterdag weg uit Broome. We gingen naar Port Hedland. Daar is niks te doen maar het is een mooie tussenstop op weg naar het hopelijk wat zonniger zuiden. We wilden graag het Karijini NP zien en dat kan vanaf Port Hedland. Op weg daarheen kwamen we door de Pilbara, een onwezenlijk natuurgebied. Langzaam verlieten we de aarde en reden de maan binnen. Het was er rood en kaal. We stopten in Roebourne, een spookdorp met enkele Victoriaanse gebouwen, veel vliegen en een enge hond. Ongelooflijk dat hier 500 zielen woonden. Op een camping in de Port troffen we gezelige Australiers en Duitsers. Ook kon je er tafeltennissen. O wat was dat lang geleden, met de betjes! Boven de haven van Hedland zagen we een geweldige zonsondergang, met allemaal industriele lichten onder het zonneroze. De volgende morgen zagen we dat we ook het Karijini park wel konden vergeten: alle wegen overstroomd en afgesloten. Daarom reden we maar naar Karratha, 240 kilometer van Port Hedland. Daar was alles dicht of onvindbaar, het leek wel Den Haag. We troffen twee Duitsers en een Canadees, allen met stoere auto's. De gezellige avond werd afgesloten met een fikse onweersbui. De regen ging de hele nacht door en de tent echode wel wat drupjes door naar het inwendige. De dag daarna dan maar weer in een hostel...
Zondag wilden we eigenlijk naar Coral Bay maar kregen we weer panne met de auto. Nu weer de stuurbekrachtigingsriem die begon te roken en rubberlucht afgeven. Het is werkelijk verbazingwekkend wat je met een zakmes allemaal van een auto af kunt slopen om daarna gewoon weer verder te rijden. Ook nu: geen stuurbekrachtiging maar dat is goed voor 's mens biceps. In Coral Bay zijn geen monteurs maar alleen maar toeristen. Bovendien kwamen we in noodweer terecht. Geen hand voor ogen te zien, behalve de bliksem. Erika, die reed, zag het niet meer (zitten). Wouter nam dus het stuur maar over en reed stapvoets met het oog op de middenstreep van de weg verder. Na drie kwartier werd de lucht lichter en was alles duidelijk: in Coral Bay kon je nu ook niet de felbegeerde koralen zien. Daarom gingen we naar Carnarvon, iets verder naar het zuiden. We kwamen in een gezellige backpackers met veel fruitplukkers als clientele en een soort opzichter die het zaakje runde. Hij had flink wat brandbrieven met regels op de muren geplakt en liep de hele tijd te ijsberen. Wat zitten ze nu weer tegen mij samen te spannen? Enfin, het was er brandschoon.
Dinsdag gingen we maar weer eens naar een garage. Het olielek in de motor van onze skilift is op zich simpel te verhelepen maar daarvoor moet wel het hele motorblok eruit en daar hadden we geen zin in. Dan maar een beetje doorklooien tot Perth, dat nu nog maar 900 kilometer verwijderd was. Dinsdagavond werd gezellig. Eerst, nadat Wouter zuurkool had gemaakt, collectief een film met daarin Tom Hanks bekeken en toen in gesprek geraakt met een stel Britten en een Australier. Het werd wel laat en dat was netelig want woensdag 18 februari wilden we al om half negen bij de School of the Air zijn. Hier wordt via de radio les gegeven aan kinderen die buiten de bewoonde wereld wonen. Mooi om te zien, de docent zit achter de microfoon een beetje te dj'en en tussen al het KGGGG KGGGG door hoor je kinderen allerlei antwoorden op zijn vragen geven. Ze kennen elkaar goed, want de docenten bezoeken af en toe hun pupillen. Geen saaie baan! Een hele aardige kerel ook, die docent.
Nu twijfelden we: bananenplantage bekijken of meteen op weg naar Monkey Mia? Het zou het laatste worden maar werd het eerste omdat er door het slechte weer enorme plassen op de weg lagen. Dus gingen we kijken bij de bananenplantage. Een man met een hart voor bananen legde uit hoe je ze kweekt, wat er allemaal mis kan gaan, dat een banaan geen vrucht maar een kruid is, en dat ook dit boerenvak door de elementen weinig inkomenszekerheid biedt. Hierna was de weg bereidbaar (we zagen andere personenauto's ook door de plassen heenrijden) en zo arriveerden we na enig olie en koelvloeistof bijvullen in Monkey Mia, een werelderfgoed. Een schitterende, eindeloze weg voerde naar het uiteinde van het schiereiland. We zetten de tent op en wachtten het volgende Dynamo Open Air af op onze klapstoelen. Op het moment van schrijven is er weer een groot onweer aan de gang.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?