Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

maandag, februari 23, 2004

DOL FIJN
Monkey Mia is werkelijk een aparte plek. Nog nooit hadden wij dolfijnen tot een meter van het strand zien naderen. Ook daaruit blijkt dat deze diertjes werkelijk slim zijn: ze worden, om des toeristen noods te lenigen, dagelijks gevoed aan het strand en ja, een lekker spekje voor het bekje laten ze natuurlijk niet gaan. En al sta je daar met gemiddeld 50 toeristen dit te bekijken, het is een mooi schouwspel. Had het de avond van aankomst al flink geonweerd, ook de tweede avond pakten zich flinke zwerken samen. Lekker de klapstoel erbij en kijken maar. Fantasties, zo na het koken van de eigen avondhap.
Na twee dagen hadden we het wel gezien. Op zaterdag 21 februari reden we van Monkey Mia via Denham weg van het schiereiland. Maar niet nadat we iets werkelijk bijzonders hadden gezien: stromatolieten. U vraagt: zijn dat halfgeleiders voor computers? Neen, dat zijn het niet maar u bent warm, ze zijn wel essentieel voor ons bestaan op aarde. Stromatolieten vormden zich een handvol miljarden jaren geleden op aarde en het aardige aan deze wezentjes is dat ze zuurstof maken. Stromatolieten zorgden ervoor dat het percentage zuurstof in de atmosfeer steeg tot 20%, waardoor de mens zich kon ontwikkelen. Geholpen door het uitsterven van de dinosaurussen konden wij ons tot absolute heersers van de aarde ontwikkelen en nu - hoera - kunnen we de aarde tienmaal vernietigen. In het stromatolietenbassin van de Hamelin Pool was het vooral deze gedachte die telde want stromatolieten zijn zo klein dat je ze niet kunt zien. Wel zie en hoor je steeds zuurstofblubjes uit het water zien komen. Aangezien het hier bloedheet was, verlieten we na een zo grondig mogelijke inspectie het oord en gingen naar het informatiecentrum, waar een vriendelijke dame ons een boekje over stromatolieten verkocht.
Kort na het wegrijden naar het Overlander Roadhouse kregen we weer panne. Wederom een distributieriem die het had begeven. En wederom een vriendelijke passant die het probleem verholp. Hij stopte aanvankelijke, zeggend dat hij zijn reparatiegereedschap niet bij zich had (wij ook niet). Vijf minuten later kwam hij terugrijden omdat hij zich had bedacht dat hij toch de boel bij zich had. Zo waren we binnen twintig minuten weer en route!
Nu namen voor de zoveelste keer de zorgen over onze schijtbak (bedoeld is hier de auto) toe. In welke auto houdt een distributieriem het maar 2000 kilometeruit? In het roadhouse meende de eigenaar dat we wel naar Geraldton konden rijden. Dat deden we dus maar, peentjes zwetend. Ford, bah.
Eenmaal in Geraldton kwamen we terecht in een prachtig hostel, een omgebouwd ziekenhuis uit 1887. Het heette ook nog Batavia Backpackers, naar het Nederlandse VOC-schip dat hier voor de kust, op de Abrolhos eilanden, verging in 1629. Mooi plaatsje, waar wij samen met een Zwitser en een Australische tourgroep, een mooie avond hadden. De Zwitser had voor aankoop van zijn auto niet eens onder de motorkap gekeken en geen problemen gehad. Gr.
Zondag 22 februari gingen we kijken bij de kathedraal van Geraldton. Deze is gebouwd door monseigneur John Hawes. Dit zou allemaal niet zo bijster boeiend zijn, ware het niet dat A. de kathedraal wasgenoemd naar Francis Xavier, een oude held wiens naam we ook in Goa (India) en Malakka (Maleisie) waren tegengekomen B. Dat Hawes de kathedraal had gemodelleerd naar de dom in Florence. Ad B., we hadden die in Florence gezien en vonden die geweldig. En zo ook deze, in Geraldton. Vreemd interieur, met veel oranje en grijs, gebrandschilderde ramen met zuider- en Keltische kruisen. Des te beter. Ook gingen we nog naar het monument voor de in 1941 vergane HM Sydney, van welk schip nooit meer een spoor is gevonden. Een bronzen beeldje van een vrouw uitkijkend over de zee was fraai, de rest, zoals het merendeel van Australische kunst, nogal lelijk en wanstaltig. Maar hetuitzicht over de zee en de bergen was mooi.
Toen gingen we maar weer eens bij de auto kijken. Die lekte nog steeds olie en ook kwam er zwarte smook uit de uitlaat. Maandag 23 februari gingen we maar weer naar een garage, nadat een Oostenrijker met het Engels van Arnold S. ernaar had gekeken. Gezamenlijk conclusie: auto lekt olie en gebruikt teveel benzine. Waardoor het precies komt is niet duidelijk. Ons beleid: geen geld meer aan uitgeven, gewoon proberen te slijten in Perth, als-ie ons daar nog heen vervoert.
Vervelende varkenstrog. We hopen dat de straatstenen met ons zijn.
Maar met deze conclusie mag de maandag niet worden afgedaan; ook gingen we nog naar het West-Australisch Museum, waar een film werd vertoond over het stranden van de Batavia. Na de schipbreuk voer de schipper, Pelsaert, naar Batavia om hulp te halen. Hij liet de overige overlevenden achter op de koraaleilanden. De onderkoopman Jeronimus Corneliusz zag nu zijn kans schoon om een schrikbewind te voeren. Hij zond een groep onderleiding van Wiebe Hayesz naar een ander eiland om water te zoeken en vermoordde en misbruikte de anderen. Pelsaert, aan wie de opdracht was gegeven de teloorgegane vacht van de Batavia terug te halen, kwam op een ander schip terug uit Batavia juist op het moment dat Cornelisz het eiland van de groep-Hayesz, die zich aardig wist te redden middels het eten van slangen, aanviel. De dekselse Corneliusz werd de handen afgehakt en vervolgens werd hij verhangen. Ja, toen was er nog geen compromis- en tolerantiecultuur!
Morgen gaan we naar Perth.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?