Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

zondag, mei 02, 2004

BEELDEN EN GELUIDEN
Na aankomst op Mataveri, de luchthaven van Paaseiland, sloeg de vermoeidheid toe. We liepen een paar honderd meter door Hanga Roa. Met 4000 zielen is dit de hoofd- en tevens enige plaats op Paaseiland. We checkten in bij Residenciale Miru, waar een vriendelijke senora Sandra meteen haar huis ons huis vond. Op Paaseiland betaalt men met Chileense pesos maar ze accepteren ook dollars. Na wat rekenen besloten we niettemin dat dollars ook hier gemeden moeten worden en pinden pesos. We betaalden Sandra en vielen in slaap. Om 7 uur gingen we maar wat eten en raakten in gesprek met Nick uit Perth en Heiga (ja ja) ergens uit Noorwegen.
Dinsdag 20 april waren we vroeg wakker. Het bioritme was absoluut in de war. Zonder te weten hoe laat het was liepen we door Hanga Roa. Alle winkels waren nog dicht en bij navraag bleek waarom: het was acht uur. We gingen kijken naar de beelden bij Ahu Tahai, vlakbij Hanga Roa. Het was (hoe kon het ook anders) een fascinerend gezicht - net als bij voetbal is live gewoon veel beter dan tv.
Die avond aten we weer met Heiga en Nick. Nick sliep op het strand want had geen geld meer. En de arme ziel moest nog naar Tahiti. Tot overmaat van ramp was de lens van zijn camera beslagen dus kon hij niet filmen - zijn broodwinning was weg.
Woensdag vergezelde Heiga ons naar het Museo Antropologico Sebastian Englert, dat de geschiedenis van Paaseiland uitgebreid liet zien en vooral lezen. Het grootste mysterie achter de beelden bleek het vervoer. Bijna alle beelden staan aan de kust maar komen uit het binnenland. Er zijn veel theorieen over, net als over de herkomst van de eilanders. De geschiedenis van deze mensen lijkt samen te vatten volgens het principe van Thomas Malthus: de bevolking groeit exponentieel, de voedselvoorraad langzamer. Dus moet men elkaar afslachten om nog te eten te hebben. De grootste overwinning bij de food fights op Paaseiland was het omver gooien van andermans beeld (moai). Alle beelden werden zo uiteindelijk omgegooid. Wat nu overeind staat, is gerestaureerd.
Een heel verhaal en zo waren we drie uur lang in het museum. Hierna was het tijd voor een avondhap, in restaurant Otto. De eigenaar heette Hermann Fritsch en het broodje Churrasco was heel goed.
Donderdag 22 april. Nog steeds waren we bekaf bij het opstaan. Maar het moai spotten moest nu echt beginnen dus huurden we na een goede tip van de Noorse Heiga met zijn drieen een auto (Nick was inmiddels Tahiti en zijn financiele noodlot tegemoet gegaan). We reden langs de zuidkust. Aanvankelijk zagen we enkel omgegooide moai, tot we aankwamen bij de vulkaan Rano Raraku. Daar werden destijds de moai met kleine stenen beitels uit de berg gehouwen. Je zag half affe moai nog in de berg zitten. Ook waren er moai die gedeeltelijk in de grond zaten. Dit leverde fantastische beelden op. Onze favoriet werd een hoofd dat scheef uit het gras stak en keek of het hield van longdrinks aan het strand, Massive Attack op de discman en een goeie sigaar. ¡El Presidente! Hierna togen we in ons jeepje naar Ahu Tongariki, waar 15 moai op een rijtje gerestaureerd staan te zijn. Foto-ongeniek maar een indrukwekkend beeld, met de eindeloze Stille Oceaan op de achtergrond. We reden stapvoets terug naar Rano Raraku voor zonsondergang maar de vulkaan zat de zon hinderlijk in de weg (en dat iedere dag, ptvrdk!). Na auto inleveren volgde nog een goed diner dat eindelijk eens verder ging dan vlees en aardappen in allerlei bewerkte vormen.
Vrijdag vonden we dat we eerst maar eens moesten bijkomen van alle indrukken. Hoe onthoud je dit in godsnaam allemaal? We internetten wat en eindigden bij een blauw restaurantje. Hier raakten we in gesprek met de eigenaar, Marcello, en zijn vrouw Sonia. Ook was er een Japanner die gids was op het eiland. Het werd nogal laat en uitbundig, zodat we zaterdag maar weer eens uitsliepen. Eenmaal weer bij zinnen liepen we naar de vulkaan op het zuidereind van het eiland, Ranu Kau. Het was een onverwacht pleuriseind lopen, op sandalen, maar het uitzicht loonde: op een krater met een doorsnee van een kilometer en een kratermeer van naar schatting 280 meter diep. Er was verderop nog een dorp met geogliefen te zien maar de lucht trok dicht. We liepen dus maar weer terug. Het begon te druppen en tot overmaat van ramp zagen we nu ineens stieren op de weg. Wouter herinnerde zich dat twee medepadvinders ooit in Zuid-Limburg alleen door het duiken over prikkeldraad de hoorns konden vermijden en Erika bedacht dat onze rugzak rood was. Maar een voorbijrijdende eilander lachte ons flink uit toen we benauwd informeerden. En gelijk had hij. Hele vredige, kalme stieren, met de beste bedoelingen. In hetzelfde restaurant als de dag ervoor troffen we zuster Heiga weer en ook twee Franse vrouwen plus een Duitser, die later met Heiga uit het restaurant, dat ook een kroegfunctie had, bleken te zijn verwijderd. Maar toen waren wij al weg. We wilden zondag namelijk naar de kerk. Dat deden we ook en het was, hoewel onverstaanbaar, erg leuk. We vingen op dat het over vissen ging (waarschijnlijk ook brood) en het kwam erg verwelkomend over. Er was gelukkig geen kledingcode (Wouter had slechts twee broeken en die waren nu tegelijkertijd aan het slijten en desintegreren) en iedere Nederlandse kerk zou de vingers dichtknijpen bij de belangstelling hier: ze stonden tot buiten om een glimp op te vangen! De middag werd doorgebracht met plannen maken en kijken naar de zee, die ongelooflijk woest op de Paaskust beukt. Paar keer een zoute douche gehad.
Maandag 26 april weer sterke behoefte aan beelden dus maar weer een auto gehuurd. Ook Heiga, het zonnetje in huis, kwam weer mee. We gingen naar Anakena, een bountystrand aan de oostkust en in het bezit van de gaafste moai: Ahu Nau Nau. Als leden van het Politburo in Sovjet-tijden stonden hier vijf perfecte moai met bontmutsen uit rode vulkaansteen te heersen. Er volgde nog een verlaten strandje en wat grotten aan de oostkust alvorens we naar Ahu Akivi reden: zeven moai die voor de verandering niet vanaf maar richting de zee kijken. Ook de grot Te Pahu was erg mooi, maar we kwamen hier toch vooral voor de beelden dus het voorstel van Heiga om hier eindeloos te gaan rondlopen haalde het niet.
De laatste bestemming voor deze dag was Ko te Peu. Deze plek had alleen al door het hoge Koot en Bie-gehalte van de naam een enorme aantrekkingskracht. Maar de moai konden we niet vinden. Erika reed (net als de vorige keer liet Heiga zich als vanzelfsprekend rondrijden) en dat viel hier niet mee. Ko moest dus wachten. Heiga wilde nog geogliefen zien ten zuiden van Hanga Roa dus reden we daar maar heen. Ook deze vonden we niet.
Dinsdag 27 april waren we het er over eens dat we niet van dit eiland konden weggaan zonder Ko te Peu te hebben gevonden. We liepen van Hanga Roa langs het modderpad naar de plek waar Ko volgens de kaart was. Er was sinds de dag ervoor niks veranderd dus we zagen de ahu niet. We liepen eerst langs een pad, toen door het gras naar de kliffen, die hier wel 50 meter hoog waren. Zo vonden we nog wel twee omgegooide moai maar die stonden niet op de kaart. Terug richting Hanga Roa verzoenden we ons er al mee dat Kootje een mysterie zou blijven, toen we ineens de beelden zagen. Ze bleken omgegooid en niet, zoals verwacht, rechtop. Kicken!
Woensdag 28 april wilden we eigenlijk nog een keer het eiland rondrijden maar het weer was beroerd dus kochten we wat souvenirs en bedachten ons hoe we moesten omgaan met Heiga, die met dezelfde vlucht als wij naar Santiago zou gaan. Wouter vond haar bot, arrogant en truttig, en had schoon genoeg van haar. Moest wel feministe zijn, getuige de bestemming van haar beledigingen. Erika had dan ook minder bedenkingen tegen Heiga en we besloten het nog even aan te zien. Donderdag op het vliegveld vermeden we het contact maar wat. Gelukkig had Heiga snel een volgend slachtoffer gevonden en zo waren we eenmaal in Santiago mooi van haar af.
En wat is het dan een verademing om na alle dagen met een Noorse diepvrieskip een kennis uit Italie weer te zien! Emanuela stond ineens voor ons tijdens het inchecken in een youth hostel en we besloten gezamenlijk uit eten te gaan. Een vriend van Emanuela, Ivan, was er ook bij. Er werd zo´n beetje een hele koe opgediend en Emanuela had hele goede tips over Zuid-Amerika.
Een soort Koninginnenach, compleet met een lichte aardbeving vroeg in de volgende morgen! Erika kon niet slapen en schrok hier wel van. Wouter sliep er doorheen.
Op Koninginnedag ging alles mis was maar mis kon gaan - Nederlandse ambassade deelde geen haring uit aan landgenoten maar was gewoon dicht, Wouter liep inmiddels in een korte broek van Erika maar een goede kledingzaak was niet te vinden en het vinden van een reisgids werd een hopeloze zoektocht ver uit de stad met taxi en bussen in de spits. En hierna twee vrije dagen zodat we niks konden regelen...de slechtste dag in maanden, en de slechtste Koninginnedag in jaren. Het wederom eten met Emanuela en Ivan deed de pech wel vergeten maar in Groningen en Warffum was het duidelijk gezelliger geweest die dag.
Wel kwamen we in een new wave-kroeg in gesprek met drie Santiaguines, hetgeen erg leuk was omdat ze genoeg geduld hadden voor ons Spaanse gearti- en gesticuleer.
De dag van de arbeid was veel productiever. We bekeken de Plaza de Armas, waar een flim werd opgenomen zodat een straatartieste er werkeloos bijstond, en togen daarna naar het prima parkje Cerro Santa Lucia, dat lijkt op Parc Guell in Barcelona. Mooi uitzicht op de besneeuwde bergen rond Santiago, zelfs door de smog heen. We stuitten zomaar op een prima kledingwinkel, zodat Wouter voor een broek niet meer bij Erika zijn hand hoefde ophouden. Na Barrio Paris Londres, het Congres Nacional en de Tribunales de Justicia te hebben gezien, dronken we in een kroeg een colaatje. Er stonden live dvds van onder andere RATM aan en men zat flink te zuipen. Hier geen mobiele telefoon, handtasjes op de bar, rose of Marlboro lights maar bier en zingen en schreeuwen. De helft van de kroeg ging in koor politiek aandoende leuzen brullen. Deze mensen waren in staat en bereid om onmiddellijk te gaan protesteren - maakt niet uit waarvoor of waartegen. Blij met het woeste temperament in Santiago en vast voornemens hier nog langer te blijven gingen we naar een internetcafe.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?