Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

zondag, juni 20, 2004

BERGEN, WALVISSEN EN VOETBAL
Vrijdag 11 juni werd, na het wandelen en feesten van de afgelopen dag, niet veel gedaan behalve het kort bekijken van Ushuaiaanse snuisterijen in de hoofdstraat. Wel troffen we die avond Golli en Sabine weer, de Zuid-Duitsers waarmee we de eerste EK-wedstrijd van Nederland zouden gaan bekijken. We hadden ze in El Calafate getroffen en ze hadden ons elektronisch laten weten dat ze ook in hostel Patagonia Pais wilden gaan verblijven. Het bijpraten was erg leuk en de volgende dag zouden we andermaal naar het Parque Nacional Tierra del Fuego gaan, nu een andere route volgend. Het eerste pad dat we nu volgden heette Pampa Alta en leidde inderdaad naar een weitje dat iets van een hoogvlakte had. Mooie uitzichten weer maar het had stevig gedooid dus de bergen waren minder wit en de vergezichten minder des Bob Ross.
Terug in het hostel bleek het ver geweest en deden we niks meer. Dit gold ook voor de zondag; de grootste attractie was het kijken van voetbal, nu de wedstrijd Engeland-Frankrijk. Je denkt: dit kun je ook thuis zien dus waarom hier. Integendeel! Het verloop van de wedstrijd was heel aardig om te zien, vooral omdat drie bekakt Londens spreken Britten ook keken alsmede drie rustige Fransen. Zoals bekend scoorden de Engelsen eerst en dat vonden de Londense pubers geweldig. Ook na de gemiste strafschop van Beckham bleven ze optimistisch: "Come on lads," "That´s absolutely marvellous" enzovoort enzovoort. Tot binnen twee minuten Zidane alle Engelse hoop verpulverde. Helemaal stil, die gasten. De Fransen reageerden met een oerschreeuw en een gebalde vuist en dat was het. Einde wedstrijd en een mooie botsing der culturen rijker. Maandag deden we behalve voetbal kijken weinig, een tocht naar de gletsjer werd wegens algehele dufheid uitgesteld tot dinsdag.
De dag U, die al toen we in Darjeeling waren in onze agenda was genoteerd.
´s Morgens liepen we naar de gletsjer, Glaciar Martial. Het zag er allemaal wat glibberig uit, lopend op een skipiste die alleen absolute beginners zou boeien. Maar door de sneeuw werd het allemaal prachtig en het uitzicht vanaf de gletsjer op Ushuaia en het Beagle Kanaal was schitterend en apart. Na de mogelijkheden voor Nederlandse aankoop van deze bergen met Golli en Sabine te hebben besproken liepen we weer omlaag. Met taartpunten wachtten we op de taxi die ons weer uit dit natuurschoon zou halen, terug de dooi in. Eenmaal terug thuis zou de sfeer wel eens stukken minder kunnen worden. Nederland-Duitsland zou beginnen en dit hadden wij nog nooit samen met Duitsers gezien. Maar de uitslag was erg verbroederend en aan Nederlandse kant bevrijdend, zodat we een gezellige avond hadden. Er stond namelijk een asado op het programma, een van de vleselijke smulpartijen waarom Argentinie beroemd is. En het werd een Asterix-achtig feest: Wein, Weiber und Gesang alom, en gesprekken die het meest creatieve uit ieders taalkennis haalden. Zo was er een zekere Mateia, die Engels wilde leren. Hij wilde met ons praten in het Engels, mits wij Spaans zouden spreken. Hij bood ook mate aan (de traditionele thee, wie is er hier niet groot mee geworden) en legde uit hoe men dit serveert en waarom het zo belachelijk heet is. Hij verbeterde ons flink en aller hoofden explodeerden zo´n beetje van het taaldenken toen het echte carnivoren begon. We raakten in gesprek met twee mensen uit Catalonie die vertelden dat hun leven alleen draaide om techno en snowboarding. Illegale raves in Zuid-Frankrijk en snowboardlessen in de Andes, dat was het! Ons Spaans was te slecht om zinnig te kunnen praten over vallen met het snowboard dus dat werd allemaal nagebootst. Een hilarische avond. Dank!
Slechts een paar uurtjes later, om kwart voor vijf, moesten we er weer uit om de bus naar Rio Gallegos te halen. Bij het busstation waren de discotheken nog te horen. Duf namen we gevieren de bus en passeerden tweemaal de grens met Chili (een transitoregeling zou mooi zijn) alvorens we in Rio Gallegos aankwamen. Een industrieel oord, dat behalve een propagandamuseum over de rechten van Argentinie op de Falkland-eilanden weinig te bieden heeft, hadden we gehoord. Dus gingen we meteen door naar Puerto Madryn, ongeveer halverwege Ushuaia en Buenos Aires. De bus deed er de hele nacht over om Puerto Madryn te bereiken. We reisden weer met dezelfde maatschappij als van Mendoza naar Buenos Aires maar bingo werd deze keer niet gespeeld. Wel kotste ´s morgens een meisje op de kleren van Wouter. Het was gelukkig maar een schampschot maar niettemin een ongelooflijke putlucht. Wagenziek - en Wouter had nu ook vies genoeg van de buszit. Moeder meende niet te moeten excuseren, anders zou men de eigen trots maar inslikken. Chagrijnig en stinkend stonden we daar dan, in Puerto Madryn, dat een kolonie van Welshmen is en dezer dagen zijn 138e verjaardag viert. In hostal La Refugio werd onderdak gevonden en ook hier bleken ze van voetbal te houden.
Vrijdag gingen we doen waarvoor we naar Puerto Madryn waren gekomen: walvissen spotten. We huurden eerst een auto, want dat was nodig. Wouter zou hoofdhuurder zijn en de verhuurder vertrouwde de papieren niet: rijbewijs uit Amsterdam, woonachtig te Appelscha, paspoort uit Rotterdam. Dit moest wel Keiharde Henkie zijn, in zijn eentje verantwoordelijk voor alle afrekeningen in de Amsterdamse onderwereld! Na veel gehannes kregen we de auto mee en reden naar Puerto Piramides op het schiereiland Valdes. Hier parkeerden we de auto en zochten naar een bootverhuur. We kwamen uit bij een dronken zeeman, die zijn boeiende leven op de baren uiteenzette. Golli en Sabine gingen mate drinken en de boel schoot niet op. Erika liep dus naar een andere botennering en vroeg hier hoe het zat met de walvisvaart. Dat zat allemaal prima maar we moesten wel met de boot van de dronken zeeman mee. Een kristalhelder kartel, maar de vaart was geweldig. We kwamen tot op een meter van de walvissen en zagen ze vlak onder water zwemmen. Met hun negen meter lengte kun je ze ook moeilijk missen maar ze leken wel wat schuw en zwommen vaak weg als de boot in de buurt kwam. Kat en muis. Boot en walvis. Vijf kwartier lang kijken naar imponerende beesten van negen meter. Sabine vond dit de beste dag van haar wereldreis en ook Golli was redelijk optimistisch (hij wilde eerst niet mee maar direct naar Buenos Aires). Hierna reed Erika het gezelschap in de huurauto over een grindweg naar Puento Cantel. Het duurde lang want de afstanden op Peninsula Valdes zijn groot en de grindwegen hobbelig. Kort voor vieren kwamen we aan en keken hier naar een pracht van een kustlijn met de vorm van een tandenborstel en ook nog een stuk of twintig zeeleeuwen. Schitterend! Het moest wel een kort bezoek zijn want het donker viel al bijna weer in (ondanks dat Puerto Madryn tien graden noordelijker ligt dan het op 54´47" bivakkerende Ushuaia zijn de dagen hier nu kort). En de grindweg was lang. Na drie uur rijden waren we weer terug in het kalme Puerto Madryn, waar nu een lamsasado werd aangeboden. We aten flink wat vlees en de salades waren geweldig maar de interactie met Madrynlenen kwam er niet echt van omdat ze gingen kaartspelen. Na nog een gesprek met een kerel uit Buenos Aires gingen we slapen en werden om zes uur weer wakker door een van de gasten die uit de kroeg kwam. Stampen, hardop denken en snurken volgden. Iets Indiaas hebben ze, die Argentijnen...
Zaterdag regeerde weer koning Voetbal maar hij was voor ons allemaal een gruwelijke tiran die onmiddelijk gedood, in mootjes gehakt en met de grond gelijk moet worden gemaakt. Het begon goed voor las cabezas de queso: Duitsland hing en wurgde maar schoot er maar geen doelpunt in tegen Letland. Wouter verkneukelde zich in stilte maar liet het niet merken aan de steeds zenuwachtiger Sabine en Golli. "Mann schiess doch endlich mal einen rein!", klaagde Sabine maar het mocht niet baten. Met de vreugde nam nu de spanning toe en Golli ging even slapen. Om drie uur lokale tijd traden de Oranje mannen aan. Na de fenomenale opening waren zelfs de Duitsers op Nederlandse hand. Snel, aantrekkelijk en overrompelend voetbal met Feyenoord-inbreng doet iedereen weleens de eigen trots vergeten. De eerste treffer van de Tsjechen was nog te verkroppen, men stond immers voor. De tweede helft was, zoals voor iedereen thuis ongetwijfeld, een afschuwelijke nachtmerrie waardoor men het elftal afvraagt of ze dit de fans mogen aandoen, na vier jaar terug al met onbenutte strafschoppen van Italie te hebben verloren. En ja, als wereldreiziger mag je niet klagen, en er heerst geen hongersnood, maar de nederlaag kwam als een mokerslag. En de Spaanse scheidsrechter had blijkbaar de Tachtigjarige Oorlog in zijn achterhoofd bij zijn partijdige aanfluiting. Thuisfront, het was een mokerslag, ook hier. Verslagen gingen we een pizza eten.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?