Lekker weg in andermans land <$BlogRSDUrl$>
Click for Rotterdam, Netherlands Forecast
create your own visited country map

donderdag, juli 15, 2004

TREIN EN BUS
Vrijdag 9 juli bekeken we Salta, dat helemaal de moeite waard is voor iedereen die graag naar het illustere NCRV-programma Kerkepad kijkt. De kathedraal (St Fransiscus) is heel groot en rood (met geel) en ook twee andere kerken zijn imposante bouwwerken. Ze op de foto krijgen bleek onmogelijk wegens de enorme afmetingen. Dat is toch het mooie aan Argentinie: bankroet en arm maar alles pompeus en met stijl. ´s Avonds kwamen we in het hostal een tijdens de Vuile Oorlog naar Nederland gevluchte Argentijn tegen. Interessant om met hem over de verschillen tussen Argentinie en Nederland te praten (hij wist er veel) en het was een aardige kerel, Mariano geheten. Hij bleek pardoes in Amersfoort te wonen! Met zijn twee dochters was hij aan het reizen in zijn geboorteland en in Salta druk in de weer met raften en paardrijden.
Zaterdag om zes uur ging de wekker. Om vijf over zeven zou de Tren a las Nubes vertrekken en twee dagen tevoren waren we bij wijze van mazzel aan twee kaartjes gekomen. Deze op twee na hoogste spoorlijn ter wereld verbindt Salta met de havenstad Antofagasta in Chili, en gaat hiervoor dwars over de hoogvlakten (punas) van de Andes. Zonder enige economische noodzaak (laat staan een kostenbatenanalyse) maar met veel hang naar het hebben van een extra nationale trots werd de aanleg begonnen in 1921 onder leiding van een ingenieur uit de VS, de heer Moury. Helaas kon deze gigant, die het brein was achter de tweemaal drie zigzaggen (trein stopt, wissel wordt omgezet, trein rijdt andere kant op in ander spoor dat verder omhoog voert) en twee krullen (spoor kruist zijn eigen zelf, ook een truc om een stijgingsgraad van meer dan tweeenhalf graden en teveel bochtenwerk te voorkomen), de eerste treinreis in 1948 niet meer meemaken. Tegenwoordig rijden er weinig goederentreinen van Salta naar Antofagasta maar is het toerisme ontdekt. Je kunt in vijftien uur een retour van Salta naar het viaduct La Polvorilla (64 meter hoog, 228 meter lang, vlak voor de Chileens grens op 4200 meter hoogte) maken. De plaatjes hiervan hadden ons erg enthousiast gemaakt en we waren dan ook graag bereid vijftien uur in de trein te zitten. Een onvermoeibare reisleidster hield iedereen gezellig aan de praat, er werd koffie uitgedeeld en Wouter las de Volkskrant van de maandag ervoor, die een vriendelijke medereiziger van wie we de naam kwijt zijn ons had gegeven. Wel voelden we ons wat klapharingen toen de reisleidster eerst vertelde in welk treinstel u zit en u vervolgens dit laat herhalen. U voelt zich daarna erg trots dat u dit heeft kunnen onthouden en zelfs reproduceren en begint dierlijk te joelen.
Niettemin - de zigzaggen en krullen waren erg indrukwekkend. Zo ook het landschap met enorme cactussen en verder eigenlijk niks dan steen en zand. Flink veel draaiend met het hoofd (nekkenwerk!) gingen de eerste zeven uren van de reis als een flits voorbij. Aangekomen mocht men vijftien minuten uit de trein. Driftig maar beleefd dringend wilde iedereen er zo snel mogelijk zijn en daardoor schoot het niet op. De brug was erg mooi maar er was bij die plaatjes ervan in de stad wel flink met de groothoeklens in de weer geweest of iets dergelijks. Met de megafoon werden we de trein weer in gedirigeerd voor de terugreis. San Antonio de las Cobres werd aangedaan. Een stoffig oord op grote hoogte. We liepen dus niet veel maar fotografeerden de locomotief van de trein, die de stoere naam TT 01 had. Dit deed ons aan Assen denken. De terugreis was echt wat minder, met muziekgroepjes met pantfluiten en popie praat (waar komt u vandaan, meneer Kaktus zegt oke, the like). Een goeie film daarna bedaarde de inmiddels wat geergerde gemoederen en om tien uur reden we het station van Salta weer binnen, niet na nog een kruiswoordpuzzel voor thuis te hebben gekregen. Hierna eten-drinken-slapen. Kijken naar Railaway is minder slopend.
Daarom zondag niet veel gedaan, louter heuvel Cerro San Bernardo opgelopen en wat sukkelig in de weer met het mislukt kopen van een buskaartje. ´s Avonds raakten we weer aan de praat met Mariano, nu met zijn twee dochters erbij. Gezellig.
Maandag lukte het kopen van een buskaartje wel, dinsdag zouden we dan toch echt Argentinie verlaten. We kochten nog wat souvenirs en hadden de laatste goeie steak. We namen afscheid van Mariano.
Dinsdag 13 juli vertrok de bus naar San Pedro de Atacama om zeven uur. Het duurde een uur of acht om de Andes over te steken. De uitzichten waren formidabel, weer met veel cactussen en alle kleuren gesteente zoals bij de Tren a las Nubes. De hoogte en het grindoppervlak van de weg zorgden er wel voor dat er flink boven een teiltje werd gehangen. Vooral een klein jongetje (en hierdoor zijn vader) hadden het erg zwaar. Tussen rots en kots en met pijn in het hart stopten we bij de Argentijnse grenspost. De buschauffeur riep de namen af en had de naam van Erika genoteerd als iets dat je uitspreekt als Fender. De douanier vond van niet en meende dat ze Poeka heette. Pas bij aankomst in San Pedro was de Chileens paspoortcontrole. In Bolivia is mond- en klauwzeer uitgebroken dus ze waren erg grondig. Hier bleek Erika Veronica te heten. Zo weten we nu weer drie leuke namen voor eventuele katten. San Pedro ligt midden in de woestijn en ziet eruit als een soort nederzetting. We hadden samengereisd met een flinke groep mensen uit hetzelfde hostal in Salta en gingen nu met hen een onderkomen zoeken. Een Israelier bleek erg goed en uitgebreid te onderhandelen dus we kwamen goedkoop terecht met gezellige mensen, waarvan er op het moment van schrijven een zijn verjaardag viert, waardoor wij weg moeten en het relaas van woensdag 14 juli over een paar dagen komt, als wij de tocht over de zoutmeren naar Uyuni in Bolivia hebben gemaakt.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?